dreigen (bang maken)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

De bonden dreigen opnieuw met acties.

De politie dreigt geweld te gebruiken.

Ze dreigde ermee naar de man.

Hij dreigde dat hij het nieuws zou bekendmaken.

Maar voorlopig blijft het bij dreigen.

De chauffeurs dreigen met een staking.

Ze dreigden onmiddellijk met een proces.

Ook in Nederland wordt erop los gedreigd.

Het is het enige waar het land nog mee kan dreigen.

Hij dreigde zelfs een eigen partij op te richten.

Er staat een man op de snelwegbrug die dreigt te springen.

Zij dreigen al met juridische stappen.

Moeder dreigt dat vader straks pak slaag geeft.

Hij dreigde onder meer met brandstichting.

Politie dreigt te staken na geweld.

Of hij dreigde met het gesticht of de gevangenis.

Zij dreigden hem de diepte in te trekken.

Verzekeraars dreigen met hogere premies.

Nederland dreigt met gang naar Hof.

Ze belden hem op, om te dreigen en zich te beklagen.

Elliott dreigt met een rechtsgang.

Hij dreigde dat Rusland dit niet onbeantwoord zou laten.

Tot nu toe is daar alleen mee gedreigd.

Het Witte Huis dreigt met invoerheffingen.

Hij dreigde de investeringen naar het buitenland te verplaatsen.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

bank

bewoner

bond

commissie

groep

land

leger

man

mens

minister

(9 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

herhaaldelijk

impliciet

openlijk

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

met:

aanslag

aanval

actie

boete

boycot

geweld

kortgeding

kort geding

maatregel

ontslag

(11 meer)

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij dreigen?

beginnen

blijven

gaan

kunnen

bijzin ingeleid door

(ermee) dat

te

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.